1 |
speculerenkopen en verkopen met het doel een snelle winst te behalen door een verwachte prijsstijging
|
2 |
speculerenHandelen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen.
|
3 |
speculerenzie beleggen
|
4 |
speculerenspeculerenww speculeren (speculeerde enk ovt; heeft gespeculeerd volt deelw) [spekyˈlerə(n)] 1 dingen bedenken die misschien waar zijn of misschien gebeuren Je kunt er eindeloos over speculeren, [..]
|
5 |
speculerenbezinnen, bespeuren, bespieden, beseffen, beschouwen
|
6 |
speculerenHandelingen
|
7 |
speculeren(engels: speculating) Het zich bezighouden met zakelijke transacties met de verwachting van winst door veranderingen in de economische situatie.
|
8 |
speculerennaar a-b-c het kopen of verkopen of juist wachten daarmee in de hoop op die manier op korte termijn voordeel te behalen uit prijs (of koers of rente) veranderingen.
|
9 |
speculerenbezinnen, bespeuren, bespieden, beseffen, beschouwen
|
10 |
speculerenbezinnen, bespeuren, bespieden, beseffen, beschouwen
|
11 |
speculerenHet kopen of verkopen van effecten om snel een winst te maken.
Letterlijk betekent speculeren "ergens naar
uitkijken".
|
12 |
speculerenSpeculeren is het nemen van risico's met als doel om relatief hoge winsten te behalen.
|
13 |
speculerenHet kopen of verkopen van effecten om snel een winst te maken. Letterlijk betekent speculeren "ergens naar uitkijken".
|
14 |
speculerenKopen of verkopen van waardepapieren of goederen in de hoop daar geld mee te verdienen als gevolg van prijsveranderingen tussen twee tijdstippen.
|
15 |
speculerenbezinnen, bespeuren, bespieden, beseffen, beschouwen
|
16 |
speculereninzetten op een bepaalde kans, meestal met hoog risico
Hij speculeerde op de winst van AZ, maar verloor een hoop geld.
|
17 |
speculerengokken op de beurs
|
<< N.D. | offreren >> |