1 |
osteoporoseVermindering van botweefsel, waardoor de botten broos worden en gemakkelijker breken.
|
2 |
osteoporosebotontkalking
|
3 |
osteoporoseOsteoporose is het gevolg van afgenomen bot-massa en verstoring van de bot-matrix. Dit leidt tot een afname van de sterkte van de botten en een verhoogd risico op botbreuken, van met name de wervelkol [..]
|
4 |
osteoporosealgemene of plaatselijke atrofie van het skelet; vermindering van de botmassa (kan voorkomen bij langdurig gebruik van prednisolon).
|
5 |
osteoporosebotontkalking
|
6 |
osteoporoseEen botziekte waarbij het risico van botbreuken toeneemt. Osteoporose kan gepaard gaan met chronische pijn
|
7 |
osteoporoseAandoening waarbij de botmassa (hoeveelheid bot) is verminderd, waardoor de kans op een botbreuk toeneemt. Ernstige botontkalking kan houdingsveranderingen tot gevolg hebben en leiden tot chronische p [..]
|
8 |
osteoporose ( medisch ) botontkalking
|
9 |
osteoporoseBotontkalking. Deze is een gevolg van leeftijdsgebonden veranderingen van de botten en gaat gepaard met een verhoogd risico op botbreuken. Daarbij gaat het vooral om wervelkolom, heup, pols, arm en bekken.
|
10 |
osteoporoseBotontkalking, hierbij treedt verzwakking op van het bot waardoor sneller botbreuken kunnen ontstaan en/of de rugwervels kunnen inzakken. Dit treedt vooral op bij vrouwen na de overgang, door het stoppen van de productie van vrouwelijke geslachtshormonen in de eierstokken.
|
11 |
osteoporoseVan het Grieks osteon = been + poros = opening Osteoporose betekent letterlijk 'poreuze botten'. Deze aandoening wordt ook wel botontkalking genoemd. Er wordt hierbij te weinig bot gevormd of er is een overmatig botverlies. Het gevolg: dunne, broze botten die makkelijk kunnen breken. Osteoporose komt vaak voor bij vrouwen na de menopauze. Ook ouder [..]
|
12 |
osteoporoseBotontkalking.
|
13 |
osteoporoseOsteoporose is een aandoening van de botten waarin het bot erg zwak en poreus en met frequent fracturen.
|
14 |
osteoporoseVerlaagde botdichtheid met daardoor een verhoogde kans op fracturen. De botdichtheid kan gemeten worden met een dexascan (botdichtheidsmeting).
|
15 |
osteoporose botontkalking, kan op hogere leeftijd ontstaan, maar ook op jongere leeftijd versterkt door medicijngebruik en een onderliggende ziekte zoals sarcoïdose.
|
16 |
osteoporosealgemene botontkalking
|
17 |
osteoporosealgemene of plaatselijke atrofie van het skelet t.g.v. een verminderde activiteit van de osteoblasten (beenweefsel-vormende cellen) en daardoor van de botopbouw, waardoor de natuurlijke afbraak van beenweefsel sterker is dan de regeneratie en het bot a.h.w. ijler wordt. De aandoening kan leiden tot pijn, skeletvervorming en spontane fracturen.
|
18 |
osteoporoseAandoening van het bot waarbij de botdichtheid vermindert, maar de uiterlijke vorm over het algemeen behouden blijft.
|
19 |
osteoporoseBotontkalking.
|
20 |
osteoporoseBotontkalking
|
21 |
osteoporoseVermindering van de botmassa in combinatie met typische botbreuken (wervels, dijbeen enz.).
|
22 |
osteoporoseVermindering van botmassa en dichtheid; dit kan het gevolg zijn van veroudering, medicijngebruik of ziekten en gaat gepaard met toenemende broosheid (verlies van stabiliteit).
|
23 |
osteoporoseHet broos worden van de botten ten gevolge van het verlies van botmassa (kalk en andere mineralen) en botstructuur (botbalkjes).
|
24 |
osteoporosebotontkalking
|
25 |
osteoporoseeen ziekte waarbij de botten verzwakken en sneller breken en die op kan treden tijdens het verouderingsproces, vooral bij vrouwen. Het wordt gekenmerkt door een verlies aan botmineralen en een afname van botstabiliteit. Het komt het meeste voor bij vrouwen na de menopauze.
|
26 |
osteoporoseosteoporosis G algemene of plaatselijke atrofie van het skelet t.g.v. een verminderde activiteit van de osteoblasten en daardoor van de botopbouw, waardoor de natuurlijke afbraak van beenweefsel sterker is dan de regeneratie (onvoldoende matrixvorming) en het bot a.h.w. ijler wordt en op de röntgenfoto verhoogd doorlaatbaar; calcium- en fosforgehalte van het bloed zijn nor...
|
27 |
osteoporoseosteoporosis G algemene of plaatselijke atrofie van het skelet t.g.v. een verminderde activiteit van de osteoblasten en daardoor van de botopbouw, waardoor de natuurlijke afbraak van beenweefsel sterker is dan de regeneratie (onvoldoende matrixvorming) en het bot a.h.w. ijler wordt en op de röntgenfoto verhoogd doorlaatbaar; calcium- en fosforgehalte van het bloed zijn nor...
|
28 |
osteoporose(Engels: Osteoporosis) botontkalking
|
29 |
osteoporose(Engels: Osteoporosis) botontkalking
|
osteolyse >> |