1 |
coulanceToegevendheid, de neiging om niet streng op te treden, om de regels niet strikt toe te passen. Men spreekt vooral van coulance wanneer het gaat om een soepelheid waar een ander voordeel uit haalt. Daarnaast is de persoon die zich toegeeflijk opstelt, daar niet wettelijk toe verplicht. Coulance wordt in het algemeen dan ook als een positieve manier van handelen beschouwd. In het verzekeringswezen wordt de term coulance specifiek gebruikt wanneer een verzekeraar kosten vergoedt, terwijl hij daar eigenlijk niet toe verplicht is volgens de voorwaarden van de polis. De verzekerde heeft dus in de regel geen recht op een vergoeding, maar krijgt die wel. Synoniemen van coulance zijn: soepelheid, inschikkelijkheid, schappelijkheid, toeschietelijkheid. Hoewel zijn verzekeringspolis eigenlijk geen schade door nalatigheid dekte, kon Jan rekenen op de coulance van de verzekeraar en werd hij volledig terugbetaald.
|
2 |
coulanceVergoeding van de importeur/dealer voor reparaties die buiten de fabrieksgarantie vallen.
|
3 |
coulanceschappelijk (in de gegeven situatie). Men stelt zich soepeler op dan gebruikelijk.
|
4 |
coulanceRekenschap, schikken, begripvol, toegang verlenend,
|
5 |
coulanceVaak wordt gezegd dat iets "uit coulance" vergoed wordt terwijl het onder fabrieksgarantie valt. In dat geval heeft men recht op vergoeding en is het woord coulance (soepelheid) niet aan de orde.
|
6 |
coulanceIk denk dat het woord Coulance voor mij betekend, als dank naar die persoon, denk ik. dus iemand uit coulance, een bedrag van €50 overhandigen, maw, als je bij iemand op bezoek bent geweest, dat je dan uit fatsoen of dank naar die persoon toe een aardigheidje overhandigd
|
7 |
coulancekan dit woord ook niet betekenen , van ik geef mijn schuld niet toe maar met het woord coulance houd iemand zijn beschuldiging in eren.
|
<< voortschrijdend inzicht | Kech >> |