1 |
biotoopeen plaats waar dieren en planten samenkomen
|
2 |
biotoopeen biotoop is een omgeving waar meestal dieren maar ook planten zich voortplanten
|
3 |
biotoopEen biotoop is een plaats op aarde met typische biotische en abiotische factoren waar een specifieke levensgemeenschap van planten, dieren , micro-organismen voorkomen.
|
4 |
biotoopeen biotoop is een plaats waar dieren en planten zich kunnen voort planten.
|
5 |
biotoopBiotoop Het geheel van abiotische factoren in het ecosysteem.
|
6 |
biotoopEen biotoop is een leefgebied waar bepaalde dieren en planten leven. Die dieren en planten planten zich daar ook voor
|
7 |
biotoopEen levensgemeenschap komt niet willekeurig voor. De plaats van voorkomen wordt bepaald door biotische en abiotische factoren. Deze plaats, ingenomen door een bepaalde levensgemeenschap, noemen we biotoop.
|
8 |
biotoopHet is een gebied waar dieren en planten zich voortplanten
|
9 |
biotoopEen biotoop is een plaats waar planten en dieren samenkomen, of voortplanten.
|
10 |
biotoopeen biotoop is en plaats waar dieren en planten samenkomen,
|
11 |
biotoopEen biotoop is een plaats waar dieren en planten samen leven en zich voortplanten
|
12 |
biotoopBIOTOOP is een levend omgeving= een leefomgeving
|
13 |
biotoopEen biotoop (Gr: bios - leven, topos - plaats) is een gebied met een uniform landschapstype waarin bepaalde organismen kunnen gedijen. (Wikipedia)
|
14 |
biotoopbi·o·toop (de, het; v(m) en o; meervoud: biotopen) milieu waarin een bep. diersoort gewoonlijk leeft
|
15 |
biotoopHet totaal van de abiotische en biotische ecologische factoren die kenmerkend zijn voor een milieu of die een natuurlijke levensgemeenschap (biocoenose) vormen. Eenvoudiger gezegd: plaats waar een dier of een plant geheel in zijn omgeving ingepast is; natuurlijke levensruimte; homogeen woon of groeigebied.
|
16 |
biotoopruimtelijk begrensde eenheid voor leven.
|
17 |
biotoopEen biotoop (Gr: βιος (bios) - leven, τοπος (topos) - plaats) is een gebied met een uniform landschapstype waarin bepaalde organismen kunnen gedijen.
Een biotoop moet worden onderscheiden van het bio [..]
|
18 |
biotoopEen levensgemeenschap komt niet willekeurig voor. De plaats van voorkomen wordt bepaald door biotische en abiotische factoren. Deze plaats, ingenomen door een bepaalde levensgemeenschap, noemen we biotoop.
|
19 |
biotoopEen ruimtelijk min of meer homogeen gebied waarin bepaalde dieren en planten kunnen leven en zich voortplanten. Synonyms: biotopen
|
20 |
biotoophet geheel van voorwaarden, waaraan een bepaald gebied moet voldoen zodat een bepaalde soort er kan leven
|
21 |
biotoopEen gebied met een uniform landschapstype waarin bepaalde organismen kunnen gedijen. Een voorbeeld: Adders leven in vaak wat droge en warme heidegebieden
|
22 |
biotoophet geheel van abiotische factoren in een ecosysteem.
|
23 |
biotoopEen biotoop is een gebied met een bepaald landschapstype waarin bepaalde planten of dieren kunnen gedijen. Een biotoop kan een loofbos, een walkant of ander soort landschap met speciale eigenschappen zijn. Wanneer de biotoop verandert veranderen de levensomstandigheden van de planten of dieren die daarin wonen mee. Veel biotopen veranderen door me [..]
|
24 |
biotoopwoongebied voor een groep organismen.
|
25 |
biotoopkarakteristieke leefomgeving van een levensgemeenschap waarvan de belangrijkste klimatologische, bodemkundige en biologische condities uniform zijn.
|
26 |
biotoopbewoonde habbitats en leefgebieden ffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffffff
|
<< N/A | fysiologisch >> |