1 |
ExplicietUitdrukkelijk, klaar en duidelijk. Zonder er doekjes om te winden. In concrete en specifieke termen benoemd, niet abstract, met weinig of niets aan de verbeelding overlatende beelden aangetoond. In de regels wordt expliciet vermeldt dat laatkomers hun plaats automatisch kwijtspelen.
|
2 |
ExplicietIn duidelijke woorden; uitdrukkelijk
|
3 |
Expliciet[m.] uitdrukkelijk
|
4 |
Expliciet ex·pli·ciet bn, bw uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd (tegenst impliciet)
|
5 |
ExplicietNadrukkelijk en heel duidelijk. Iets met hele duidelijke woorden zeggen en er sterk de nadruk op leggen zodat het zeker is dat men begrijpt wat er gezegd wordt en beseft dat het belangrijk is. Bijvoorbeeld; op het vliegveld staat expliciet aangegeven dat er alleen in de lounge gerookt mag worden.
|
6 |
Explicietin duidelijke woorden, uitdrukkelijk, niet impliciet
|
7 |
Explicietdoor zich duidelijk uit te spreken
|
8 |
Explicietuitdrukkelijk vermeld of erbij geschreven
In die tekst valt een expliciet verband te herkennen.
|
<< emulsie | ti >> |