1 |
AccuraatHeel juist, precies, nauwgezet. Iemand die accuraat te werk gaat, maakt weinig of geen fouten en streeft ernaar om de perfectie te benaderen. Een accurate beschrijving van iets, is een beschrijving die heel juist is, die (zo goed als) volledig met de werkelijkheid overeenstemt. Het belangrijke project werd aan de beste werknemer toegekend, omdat men erop kon vertrouwen dat die zeer accuraat te werk zou gaan.
|
2 |
AccuraatAccuraat is precies of nauwkeurig. Een accurate berekening is een berekening die zonder enige twijfel correct is en waar geen ruimte is voor twijfel. Ze is dan ook met de nodige precisie uitgevoerd.
|
3 |
Accuraatac·cu·raat (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) nauwkeurig
|
4 |
Accuraatnauwkeurig: haastige spoed is zelden goed. Door het werk goed te plannen en er de tijd voor te nemen krijg je een professioneel resultaat.
|
5 |
Accuraataccurate / precise
|
6 |
Accuraatbondig, nauwkeurig, welgeschikt
|
7 |
Accuraatbondig, nauwkeurig, welgeschikt
|
8 |
Accuraatbondig, nauwkeurig, welgeschikt
|
9 |
Accuraatbondig, nauwkeurig, welgeschikt
|
10 |
Accuraathet nauwgezet en nauwkeurig uitvoeren van bepaalde werkzaamheden of taken binnen de hiervoor gestelde afspraken en de hiervoor gestelde regels en volgens de geldende normen die hiervoor opgesteld zijn
|
11 |
Accuraat ac·cu·raat bn, bw nauwkeurig
|
12 |
Accuraat
|
13 |
AccuraatZie diagnostisch onderzoek.
|
<< marge | Scot >> |