1 |
voortplanting0 3 Voortplanting Voortbestaan van de soort door het verwekken van kinderen (= geslachtelijke reproductie). - Tijdens de verwekking van kinderen versmelt een mannelijke zaadcel (= spermatozo) met een vrouwelijke eicel (= ovum) tot een bevruchte eicel (= zygoot). De bevruchte eicel bevat het normale aantal van 46 chromosomen (= diploïd). Dit in tegenstelling tot de zaadcel en eicel die ieder 23 chromosomen (= haploïd) bevatten. - Tijdens de zwangerschap ontwikkelt de bevruchte eicel zich in de baarmoeder (= uterus) door middel van celdeling eerst tot een embryo en daarna tot een feut (= foetus).
|
2 |
voortplantingVoortbestaan van de soort door het verwekken van kinderen (= geslachtelijke reproductie). - Tijdens de verwekking van kinderen versmelt een mannelijke zaadcel (= spermatozo) met een vrouwelijke eicel (= ovum) tot een bevruchte eicel (= zygoot). De bevruchte eicel bevat het normale aantal van 46 chromosomen (= diploïd). Dit in tegenstelling tot de zaadcel en eicel die ieder 23 chromosomen (= haploïd) bevatten. - Tijdens de zwangerschap ontwikkelt de bevruchte eicel zich in de baarmoeder (= uterus) door middel van celdeling eerst tot een embryo en daarna tot een feut (= foetus).
|
3 |
voortplantingVoortbrengen van nakomelingen.
|
4 |
voortplantingVoortplanting (of reproductie) bij eukaryote organismen is het proces waarbij organismen zorgen voor nageslacht, met als gevolg het voortbestaan van de populatie en de soort. Bij meercellige organisme [..]
|
5 |
voortplantingVoortplanting of propagatie is in het algemeen de natuurkundige eigenschap van golven om zich van een trillingsbron door een medium te verplaatsen. Elektromagnetische golven planten zich ook in vacuüm [..]
|
6 |
voortplantingVoortbestaan van de soort door het verwekken van kinderen (= geslachtelijke reproductie). - Tijdens de verwekking van kinderen versmelt een mannelijke zaadcel (= spermatozo) met een vrouwelijke eicel (= ovum) tot een bevruchte eicel (= zygoot). De bevruchte eicel bevat het normale aantal van 46 chromosomen (= diploïd). Dit in tegenstelling tot de zaadcel en eicel die ieder 23 chromosomen (= haploïd) bevatten. - Tijdens de zwangerschap ontwikkelt de bevruchte eicel zich in de baarmoeder (= uterus) door middel van celdeling eerst tot een embryo en daarna tot een feut (= foetus).
|
7 |
voortplantingMeer specifiek:
|
8 |
voortplantingGeneratie, Ontwikkeling, Procreatie, Proliferatie, Reproductie, Teling, Verbreiding, Vermenigvuldiging, Verspreiding, Voortbrenging
|
9 |
voortplantingVoortplanting kan zijn:
Voortplanting (biologie), het proces voor het voortbrengen van nakomelingen
Voortplanting (natuurkunde), het bewegen van golven zoals geluid door materie zoals lucht
Propagatie [..]
|
<< voortreffelijk | volledig >> |