14
14
voortplanting
0 3 Voortplanting
Voortbestaan van de soort door het verwekken van kinderen (= geslachtelijke reproductie). - Tijdens de verwekking van kinderen versmelt een mannelijke zaadcel (= spermatozo) met een vrouwelijke eicel (= ovum) tot een bevruchte eicel (= zygoot). De bevruchte eicel bevat het normale aantal van 46 chromosomen (= diploïd). Dit in tegenstelling tot de zaadcel en eicel die ieder 23 chromosomen (= haploïd) bevatten. - Tijdens de zwangerschap ontwikkelt de bevruchte eicel zich in de baarmoeder (= uterus) door middel van celdeling eerst tot een embryo en daarna tot een feut (= foetus).
Betekenis wacht op goedkeuring van een moderator |