1 |
situerenOrienteren; Aanwijzen, Bepalen, Plaatsen, Stellen, Vaststellen
|
2 |
situerenDe ligging van een plaats(ten opzichte van een andere plaats aanduiden)
|
3 |
situerenstellen, aanwijzen van plaats, gelegen zijn
|
4 |
situerenstellen, aanwijzen van plaats, gelegen zijn
|
5 |
situerenstellen, aanwijzen van plaats, gelegen zijn
|
6 |
situerenstellen, aanwijzen van plaats, gelegen zijn
|
7 |
situerenSITUEREN DAT IS dat je BV. als zin ; de beschaving van de megalietenbouwers in de tijd SITUEREN. dan moet je een plaats of een tijd geven. SAMENVATTING= SITUEREN is dat je een bepaalde plaats of tijd moet geven.
|
8 |
situerensituering, plek , waar een huis op staat, verander je niet,is altijd bepalend voor de toekomst,het huis kun je verbouwen maar de plek blijft altijd 't zelfde
|
9 |
situerenNee, in België wordt situeren soms wederkerend gebruikt, maar dat gebruik is geen standaardtaal.
|
<< IDM | gemandateerd >> |