1 |
in situter plaatse
|
2 |
in situ[o.] 1. ter plekke; 2. meteen
|
3 |
in situZie bij situ.
|
4 |
in situ1. ter plaatse 2. op de normale plaats
|
5 |
in situBijwoord
in situ
|
6 |
in situ(Engels: In Situ) op de gewone plaats
|
7 |
in situ(Engels: In Situ) op de gewone plaats
|
8 |
in situ(engels: in situ) Te gebruiken om de locatie van iets te beschrijven dat op zijn vaste of onveranderde plaats of positie is.
|
9 |
in situop de gewone plaats
|
10 |
in situHet uitvoeren van een handeling op de oorspronkelijke plaats, zonder het naar een speciaal medium te verplaatsen of de handeling op een andere locatie uit te voeren.
|
11 |
in situIn situ is een Latijnse uitdrukking die in plaats of op zijn plaats betekent. Zij wordt in diverse contexten gebruikt.
|
12 |
in situLetterlijk betekent dit "ter plekke". Het geeft aan dat iets ter plekke voorkomt of gebeurd. Een bekend voorbeeld is het bepalen van het volume slib "in situ", dus de hoeveelheid zoals het er op dat m [..]
|
13 |
in situter plaatse
|
14 |
in situgelegen in oorspronkelijke ligging
|
15 |
in situter plaatse
|
16 |
in situter plaatse
|
17 |
in situter plaatse
|
18 |
in situLatijns voor 'in place'. Bedoeld wordt het reeds in de route aanwezige materiaal als (boor-)haken of schlinges.
|
<< flegmatisch | Locht >> |