1 |
immuunImmuun zijn voor een ziekte betekent :dat je niet meer ziek kan worden door dezelfde ziekteverwekker, omdat je witte bloedcellen al ‘weten’ wat voor soort het is, dus de witte bloedcellen kunnen in een korte tijd antistoffen maken (die de ziekteverwekker onschadelijk maakt)
|
2 |
immuun ( medisch ) onvatbaar
|
3 |
immuunje bent immuun als je al geheugencellen tegen een bepaalde ziekteverwekker hebt
|
4 |
immuunonvatbaar
|
5 |
immuunIemand die immuun is voor ene bepaalde ziekte, kan deze ziekte niet krijgen.
|
6 |
immuunbijvoeglijk naamwoord - niet vatbaar zijn voor ziekte Voo [..]
|
7 |
immuunOnvatbaar zijn voor een bepaalde ziekte. Voor sommige ziekten wordt iemand niet meer ziek na het doormaken van deze ziekte of na inenting of vaccinatie
|
8 |
immuunOngevoelig zijn voor bepaalde infecties.
|
9 |
immuunMensen kunnen voor tovenarij immuun worden gemaakt, dat wil zeggen dat ze onkwetsbaar en onoverwinnelijk worden. Zie ook Beschermingstips.
|
10 |
immuun(Engels: Immune) onvatbaar
|
11 |
immuunongevoeligheid voor een micro-organisme
|
12 |
immuunOngevoelig voor bepaalde ziekten. Na een virusinfectie maakt het lichaam antistoffen aan. Bij een volgende infectie met dezelfde micro-organismen zal het lichaam de juiste leucocyten aanmaken om de indringers snel onschadelijk te maken.
|
<< ZM | Relatie >> |