3 |
4
7
gist
Eencellig microorganisme, biosystematisch behorend tot de Orde der Schimmels Endomycetalis. Het zijn dus geen bacteriën. Gisten hebben de eigenschap dat ze zonder aanwezigheid van zuurstof suikers kunnen afbreken tot ethylalcohol en koolzuurgas. Niet alleen alcohol en koolzuurgas ontstaan tijdens de gisting, maar ook allerlei in kleine hoeveelheden gevormde bijproducten die de geur en smaak van de vergiste vloeistof beïnvloeden. Er zijn talloze verschillende gistsoorten en binnen die soorten weer talloze verschillende variëteiten en stammen die allemaal hun eigen specifieke eigenschappen hebben. De verschillende soorten en variëteiten hebben grote verschillen in o.a. de omzettingssnelheid van suikers, de optimale werktemperatuur, optimale pH, maximaai te weerstane alcoholgehalte en productie van diverse geur- en smaakstoffen. Het type gist bepaalt in hoge mate de eigenschappen van het eindproduct Doordat men met moderne technieken de verschiilende gisten kan scheiden en apart opkweken, is men in staat reincultures aan te bieden van een bepaalde giststam met bepaalde eigenschappen. Zo zijn er wijngisten die de wijn veel geurimpressies van banaan geven. Bij de moderne wijnbereiding gebruikt men dan ook vaak specifieke gistreincultures. Men bepaalt zo voor een groot deel het type en het karakter van de te produceren wijn. Vroeger voegde men in het geheel geen gist toe aan de most, op de schillen van de druiven zaten meestal genoeg gistcellen om de gisting te doen starten. De omstandigheden in de wijnkelder en in de wijngaard bepaalden door natuurlijke selectie welke gisten op de druivenschillen konden overleven en de wijn vormden. Zo had iedere streek, ja zelfs iedere wijnboer zijn eigen karakteristiek wijngistcultuur en daardoor ook zijn eigen kenmerkende wijnstijl. Tegenwoordig gaat men steeds meer over tot het gebruiken van reincultures omdat die minder risico van verkeerde gistingen met zich meebrengen. De smaak wordt daardoor echter veel eenvormiger dan vroeger. Bij de kleinere wijnproducenten maakt men vaak gebruik van de eigen gist of voegt men een kleine hoeveelheid reincultuur toe om de eigen gistcultuur te ondersteunen. De meest bekende wijngist is de Saccharomyces cerevisiae. In veel druivenmost komen echter ook de Saccharomyces Rosei, S. bayanus, S. uvarum, Kloeckera apiculata, Torulopsis stellata en Metschnikowia pulcherrima voor. Vooral Saccharomycesgisten zijn vrij goed bestand tegen sulfiet. De meeste andere microorganismen, waaronder bacteriën, zijn dat niet. Een beperkte hoeveelheid sulfiet toegevoegd aan de most geeft de gisten daarom vrij spel en beschermt de most tegen allerlei infecties (bijvoorbeeld door azijnzuurbacteriën) . De malolactische gisting wordt niet veroorzaakt door gisten maar door melkzuurbacteriën. Het is dus in feite geen gisting. (D. Hefe, Eng. yeast, Fr. Ievure, It. Iieviti, Sp. Ievadura.) anoniem - 17 februari 2016
|
|