1 |
flushvlak met de wand, niet uitstekend
|
2 |
flushBlozen, plotselinge roodheid van gezicht en hals
|
3 |
flush
|
4 |
flush(Engels: Flush) blozen
|
5 |
flushVijf kaarten van dezelfde kleur/suit (5 harten bijvoorbeeld: 8h-2h-Jh-6h-Kh).
|
6 |
flushZie dunk.
|
7 |
flushPerfect contact tussen de bal en het slagvlak tijdens de swing. 'That shot was flush. I hit that one flush. I really caught that one flush.'
|
8 |
flushEen pokerhand met vijf kaarten van dezelfde 'suit'. Een flush is hoger dan een 'straight', maar lager dan een 'full house'.
|
9 |
flushblozen
|
<< flegma | flexibilisering >> |