| 1 | excellerenUitblinken, uitblinken, uitblinken, iets dat uitblinkt 
 | 
| 2 | excellerenboven uitsteken, overtreffen, uitmunten, te boven gaan 
 | 
| 3 | excellerenboven uitsteken, overtreffen, uitmunten, te boven gaan 
 | 
| 4 | excellerenuitblinken 
 | 
| 5 | excellerenboven uitsteken, overtreffen, uitmunten, te boven gaan 
 | 
| 6 | excellerenboven uitsteken, overtreffen, uitmunten, te boven gaan 
 | 
| 7 | excellerenex·cel·le·ren (werkwoord; excelleerde, heeft geëxcelleerd)  uitblinken 
 | 
| 8 | excellerenLeren werken met Excel 
 | 
| << reflectie | compositie >> |