1 |
evidentWat vanzelfsprekend is, wat geen verdere uitleg behoeft maar zichzelf uitwijst. Wat klaar en duidelijk is, waar geen ambiguïteit, twijfel of verwarring over kan bestaan. Iets dat evident is, kan niet ontkent worden; het is duidelijk en spreekt voor zich. Het is evident dat wanneer het kouder wordt, de mensen zich dikker aankleden.
|
2 |
evidentopenlijk, blijkbaar, zeer duidelijk
|
3 |
evident[m.] duidelijk
|
4 |
evidentIets wat evident is, wordt bij voorbaat als waar aangenomen. Toch is het geen bewijs. Evident is iets dat zeer duidelijk is. Het is ingeburgerd en meestal wordt er niet aan getwijfeld. Het is vanzelfsprekend.
|
5 |
evidentopenlijk, blijkbaar, zeer duidelijk
|
6 |
evidentopenlijk, blijkbaar, zeer duidelijk
|
7 |
evidentheel duidelijk, zonneklaar
|
8 |
evidentJa, maar evident in de betekenis 'vanzelfsprekend' of 'eenvoudig' is alleen standaardtaal in België. Standaardtaal in het hele taalgebied is bijvoorbeeld het is niet vanzelfspreke [..]
|
9 |
evidentopenlijk, blijkbaar, zeer duidelijk
|
10 |
evident
|
11 |
evidentLet op: Spelling van 1858 klaar, blijkbaar, klaarblijkelijk
|
<< interveniëren | allocatie >> |