pesten, dwarszitten. Als in: ‘Zit dat meisje niet zo te bokken!’

Bokken door een paard is doorgaans een teken van verzet. Ook kan een paard in de wei van vreugde bokken. Er zijn twee vormen van bokken: omhoog en naar voren met vier benen van de grond, en door het opwerpen van de achterhand met het hoofd naar beneden en tussen de voorbenen met een gekromde rug.

meervoud van het zelfstandig naamwoord bok stamtijd onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord bokken bokte gebokt zwak -t volledig

(engels: horses (equipment)) Geraamte dat als tijdelijke steun functioneert.

De bokken of geitachtigen (Caprinae) zijn een onderfamilie uit de familie der holhoornigen (Bovidae), waartoe onder andere de geiten, schapen, gemzen en de muskusos behoren. De Tibetaanse antilope (Pa [..]