1 |
bevoegdhedenHet recht en de mogelijkheid om een bepaalde macht te dragen, een gezag te laten gelden, te beslissen over bepaalde zaken en een bestuur te voeren. In democratische rechtsstaten als Nederland en België zijn bevoegdheden niet absoluut, onbeperkt of willekeurig verdeeld. De wet beschrijft zeer nauwkeurig welke instanties en personen verantwoordelijk zijn voor welke functies en domeinen van het openbare leven en de machtsorganisatie. Bepaalde instanties, zoals het parlement, verkrijgen hun bevoegdheden enkel door stemming van het volk. Bevoegdheden zijn verdeeld onder rechters (rechterlijke macht), regering/kabinet (uitvoerende macht) en parlement/kamer (wetgevende macht). Die machten delegeren vervolgens bepaalde (onder-)bevoegdheden. De politie heeft de bevoegdheid om mensen te arresteren wanneer die verdacht worden van een misdaad.
|
2 |
bevoegdhedenRechten tot het uitoefenen van bepaalde handelingen; bijvoorbeeld van de politie of van een gezinsvoogd.
|
3 |
bevoegdhedengezag dat iemand kan uitoefenen bijvoorbeeld de politie laten ingrijpen om de orde te handhaven
|
4 |
bevoegdhedenEen bevoegdheid is het recht om een bepaalde handeling uit te voeren. Zo is Vlaanderen bijvoorbeeld niet bevoegd om beslissingen te nemen over defensie of over de pensioenen (dat zijn federale bevoegdheden), maar is het wel bevoegd over onderwijs en welzijnsbeleid zoals bejaardenzorg en kinderopvang, cultuur, enzovoort.
|
5 |
bevoegdhedenmeervoud van het zelfstandig naamwoord bevoegdheid
|
<< betrokken | beletsel >> |