1 |
bescheidenIn juridische context (zelfstandig naamwoord, mv.): schriftelijke stukken, documenten, dossiers. In algemene context (bijvoeglijk naamwoord): beperkt, eenvoudig, iets wat niet veel voorstelt. Over iemands persoonlijkheid (bijvoeglijk naamwoord): nederig, zichzelf op de tweede plaats stellend, geen hoge dunk van zichzelf hebbend, met de beide voeten op de grond. Zijn salaris lag niet hoog en dus leefde hij in een zeer bescheiden huurwoning.
|
2 |
bescheiden
|
3 |
bescheiden1) Niet erg groot in grootte of hoeveelheid. 2) Niet te trots of zelfzeker over jezelf of je capaciteiten. 3) Het niet tonen van een goed gevoel of overmatige trots. 4) Voorzichtig, zonder enige brutaliteit
|
4 |
bescheidenbijvoeglijk naamwoord - wie zich niet op de voorgrond plaats [..]
|
5 |
bescheiden papieren voor een vergadering Voorbeeld: we moesten de b [..]
|
6 |
bescheidenBijv ik ben heel beschijden Of. Die jonge is heel beschijden Ik vraag beschijdent hoe oud ben jij
|
7 |
bescheidenbescheidenbn bescheiden [bəˈsxɛidə(n)] 1 niet verwaand; onbescheiden naar mijn bescheiden mening
|
<< cumulatie | ff >> |