1 |
ambitieHet streven naar een betere situatie, de intentie en zin om in een gunstigere positie te komen. Ambitie is datgene wat men verlangt, waar men naartoe werkt en waarvoor men concrete stappen gaat ondernemen. Hij had de ambitie om de nieuwe manager van zijn afdeling te worden.
|
2 |
ambitie verlangen om hogerop te komen Voorbeeld: hij heeft veel [..]
|
3 |
ambitiemanie, streven, begeerte, drift, neiging, woede, staatzucht ?
|
4 |
ambitieAmbitie (< Lat. ambitĭo, -ōnis: "het dingen (naar een ambt)"), ook wel eerzucht genoemd, is het "streven om carrière te maken" en de daarmee vaak gepaard gaande "zucht, dorst naar eer of roem". In [..]
|
5 |
ambitiemanie, streven, begeerte, drift, neiging, woede, staatzucht ?
|
6 |
ambitieAmbitie is de wil om hogerop te klimmen en een betere functie of positie te verwerven.
|
7 |
ambitiehet begeren te bepaald succes te behalen
Het was zijn ambitie niet om daar een carrière van te maken.
|
8 |
ambitie am·bi·tie de; v -s streven; eerzucht
|
9 |
ambitiemanie, streven, begeerte, drift, neiging, woede, staatzucht ?
|
10 |
ambitiemanie, streven, begeerte, drift, neiging, woede, staatzucht ?
|
11 |
ambitieLet op: Spelling van 1858 eerliefde, eerzucht, eergierigheid, eergevoel, trots. Ambitieus, eerlievend, eerzuchtig, eergierig, opgeblazen. Ambitioneren, met eerzucht trachten te verkrijgen, de grootste eer ergens in stellen
|
<< Nope | Interventie >> |