1 |
Affiniteit1) Verwantschap, het hebben van een familierelatie. 2) De neiging om verbinding met iets of iemand te vormen, ergens door worden aangetrokken, genegenheid. 3) Een talent voor iets, een natuurlijke gave of aangeleerd vermogen. Die jongen heeft veel affiniteit voor wetenschappen, hij zou graag Chemie gaan studeren.
|
2 |
AffiniteitAffiniteit is aantrekkingskracht of verwantschap. Dit ontstaan vaak wanneer iemand zich met iemand anders kan identificeren of er een verwantschap bestaat. Het woord affiniteit wordt ook gebruikt in de chemie en beschrijft de neiging om verbindingen te vormen. Ook in de natuurkunde, de taalkunde en vele andere wetenschappen wijst affiniteit op een verwantschap.
|
3 |
Affiniteitaantrekkingskracht
|
4 |
AffiniteitAffiniteit is verwantschap of betrokkenheid. Zaken waarmee je affiniteit hbet, zijn zaken die je aanbelangen en waar je je mee verbonden voelt.
|
5 |
Affiniteit je ertoe aangetrokken voelen Voorbeeld: ik heb veel affi [..]
|
6 |
Affiniteitliefde, mogen of elke andere emotionele houding, de mate waarin je iets leuk vindt. De basisdefinitie van affiniteit is het idee van afstand, hetzij in goede, hetzij in slechte zin.
|
7 |
Affiniteitaf·fi·ni·teit (de; v; meervoud: affiniteiten) verwantschap in geestelijk opzicht: affiniteit hebben met
|
8 |
AffiniteitDe voorkeur van een ziekteverwekker om in een bepaald orgaan te gaan zitten
|
9 |
Affiniteit
|
10 |
Affiniteitde scherpte waarmee een ionenuitwisselaar een contra-ion oppakt en vasthoudt.
|
11 |
AffiniteitFSVb kaaks lopl Een ander woord is bijvoorbeeld aantrekkingskracht.
|
12 |
Affiniteit(Engels: Affinity) aantrekkingskracht
|
13 |
Affiniteit(Engels: Affinity) aantrekkingskracht
|
14 |
Affiniteit af·fi·ni·teit de; v -en verwantschap in geestelijk opzicht: ~ hebben met
|
<< franco | integriteit >> |