1 |
uitrustenAchteroverleunen, Liggen, Pauzeren, Rusten, Uitbollen, Verpozen; Begiftigen, Bemannen, Beschenken met, Bewapenen, Doteren, Equiperen, Gereedmaken, Inrichten, Toerusten, Uitreden, Voorzien
|
2 |
uitrustenregelmatig werkwoord - niets doen of leuke dingen doen tot j [..]
|
<< uitleggen | uitlekken >> |