1 |
uitputtinghet verwijderen van biotische en abiotische elementen uit de natuur, met een zodanige omvang en snelheid dat dit niet meer gecompenseerd kan worden.
|
2 |
uitputtinghet te snel opmaken van natuurlijke hulpbronnen( we halen dus in hoger tempo dingen uit de natuur dan dat ze aangevuld kunnen worden).
|
3 |
uitputtinghet te snel opmaken van natuurlijke hulpbronnen (we halen dus in hoger tempo dingen uit de natuur dan dat ze aangevuld kunnen worden).
|
4 |
uitputtingDef.: de activiteit van een deeltje dat tegen een ander aanwrijft in een filtermedium of ionenuitwisselingsbed, waardoor na een tijdje de deeltjes af kunnen gaan breken.
|
5 |
uitputtingde activiteit van een deeltje dat tegen een ander aanwrijft in een filtermedium of ionenuitwisselingsbed, waardoor na een tijdje de deeltjes af kunnen gaan breken.
|
6 |
uitputtingiets onttrekken aan het milieu, zonder dat het milieu zich voldoende kan herstellen.
|
7 |
uitputtinghet te snel opmaken van de grondstoffen.
|
8 |
uitputtinghet te snel opmaken van de grondstoffen. Hoort bij aantasting* en verontreiniging*.
|
<< uitvoerende macht | troonrede >> |