1 |
thuisBinnen, Domicilie, Lokaliteit, Residentie, Verblijf, Verblijfplaats, Woning, Woon, Woonst, Woonstede, Woonstee; Haardstede, Tehuis, Woonplaats; Bedreven, Bekwaam, Bevaren, Deskundig, Doorkneed, Ervaren, Geoefend, Geroutineerd, Geverseerd, Habiel, Kundig, Vaardig, Valabel, Volleerd
|
2 |
thuisThuis was een Nederlands televisieprogramma op Talpa gepresenteerd door Angela Groothuizen, Winston Gerschtanowitz, Gordon, Froukje de Both en Victoria Koblenko.
Thuis was een televisieprogramma dat [..]
|
3 |
thuisThuis is een Vlaamse soap die sinds 1995 elke werkdag wordt uitgezonden op de Vlaamse televisiezender één.
|
4 |
thuisJa, thuis is een samentrekking van te huis. De samengetrokken vorm kwam al in de middeleeuwen voor. Maar nog eeuwenlang werd daarnaast te huis gebruikt. Zoals in het reisverslag van Jacob van Lennep u [..]
|
5 |
thuisbijwoord - in je woning Voorbeeld: mijn dochter moet om t [..]
|
6 |
thuiseen plek waar iemand woont en zich veilig voelt
Hier vindt zelfs deze zeldzame vlinder een thuis .
|
7 |
thuisBeide mogelijkheden zijn juist. Thuis kan zowel een de-woord als een het-woord zijn, dus zowel een goede thuis als een goed thuis is correct. In België wordt thuis opgevat als de-woord, in Nederl [..]
|
8 |
thuis(engels: home) Te gebruiken voor het middelpunt van iemands huishouding, dierbare relaties en interesses, samen met het comfortabele en tevreden gevoel dat hierbij wordt opgewekt. Gebruik 'woningen' voor gebouwen of delen van een gebouw die zijn ontworpen om één familie te huisvesten.
|
9 |
thuisThuis is de benaming voor de plek (het huis) waar iemand woont.
Thuis is de plek waar men zich veilig voelt. Het heeft dan ook een positieve connotatie.
Het woord is een samentrekking van te en huis [..]
|
10 |
thuisthuis1zn onz thuis ( mv) [tœys] woning waar je woont enwaar je je prettig voelt In Utrecht heb ik mijn tweede thuis gevonden.
|
<< thuiszorg | Thor >> |