Betekenis thuis
Wat betekent thuis? Hieronder vind je 10 betekenissen van het woord thuis. Je kunt ook zelf een definitie van thuis toevoegen.

1

2 Thumbs up   0 Thumbs down

thuis


Binnen, Domicilie, Lokaliteit, Residentie, Verblijf, Verblijfplaats, Woning, Woon, Woonst, Woonstede, Woonstee; Haardstede, Tehuis, Woonplaats; Bedreven, Bekwaam, Bevaren, Deskundig, Doorkneed, Ervaren, Geoefend, Geroutineerd, Geverseerd, Habiel, Kundig, Vaardig, Valabel, Volleerd
Bron: complete-encyclopedie.nl (offline)

2

1 Thumbs up   0 Thumbs down

thuis


Thuis was een Nederlands televisieprogramma op Talpa gepresenteerd door Angela Groothuizen, Winston Gerschtanowitz, Gordon, Froukje de Both en Victoria Koblenko. Thuis was een televisieprogramma dat [..]
Bron: nl.wikipedia.org

3

0 Thumbs up   0 Thumbs down

thuis


Thuis is een Vlaamse soap die sinds 1995 elke werkdag wordt uitgezonden op de Vlaamse televisiezender één.
Bron: nl.wikipedia.org

4

0 Thumbs up   0 Thumbs down

thuis


Ja, thuis is een samentrekking van te huis. De samengetrokken vorm kwam al in de middeleeuwen voor. Maar nog eeuwenlang werd daarnaast te huis gebruikt. Zoals in het reisverslag van Jacob van Lennep u [..]
Bron: surfspin.nl

5

0 Thumbs up   1 Thumbs down

thuis


bijwoord - in je woning
Voorbeeld: mijn dochter moet om t [..]
Bron: www.muiswerk.nl

6

0 Thumbs up   1 Thumbs down

thuis


een plek waar iemand woont en zich veilig voelt Hier vindt zelfs deze zeldzame vlinder een thuis .
Bron: nl.wiktionary.org

7

0 Thumbs up   1 Thumbs down

thuis


Beide mogelijkheden zijn juist. Thuis kan zowel een de-woord als een het-woord zijn, dus zowel een goede thuis als een goed thuis is correct. In België wordt thuis opgevat als de-woord, in Nederl [..]
Bron: taaladvies.net

8

0 Thumbs up   1 Thumbs down

thuis


(engels: home) Te gebruiken voor het middelpunt van iemands huishouding, dierbare relaties en interesses, samen met het comfortabele en tevreden gevoel dat hierbij wordt opgewekt. Gebruik 'woningen' voor gebouwen of delen van een gebouw die zijn ontworpen om één familie te huisvesten.
Bron: aat-ned.nl (offline)

9

1 Thumbs up   2 Thumbs down

thuis


Thuis is de benaming voor de plek (het huis) waar iemand woont. Thuis is de plek waar men zich veilig voelt. Het heeft dan ook een positieve connotatie. Het woord is een samentrekking van te en huis [..]
Bron: nl.wikipedia.org

10

0 Thumbs up   1 Thumbs down

thuis


thuis1zn onz thuis ( mv) [tœys] woning waar je woont enwaar je je prettig voelt In Utrecht heb ik mijn tweede thuis gevonden.
Bron: nl.thefreedictionary.com





<< thuiszorg Thor >>

Betekenis-definitie.nl is een internet woordenboek geschreven door mensen zoals jij en ik!
Help mee, en voeg een woord toe. Alle soorten woorden zijn welkom!

Betekenis toevoegen