1 |
stammenStammen, ow. gel. (ik stamde, ben gestamd), afstammen.
|
2 |
stammenstamen die in nederland ;belgie en duitsland wooden toen de romeinen kwamen \
|
3 |
stammenmeervoud van het zelfstandig naamwoord stam
|
4 |
stammen(engels: tribes) Sociale groepen waarvan de leden geacht worden af te stammen van een gemeenschappelijke voorouder, en die bestaan uit talrijke families, geslachten of dorpen. Meestal bewonen ze een specifiek geografisch gebied, zijn ze homogeen op cultureel, religieus en taalkundig gebied en zijn ze politiek verenigd door één leider of hoofdman.
|
<< strip | stom >> |