1 |
specifiekkenmerkend
|
2 |
specifiekkenmerkend; typisch
|
3 |
specifiekkenmerkend
|
4 |
specifiek(Engels: Specific) kenmerkend
|
5 |
specifiekbijvoeglijk naamwoord - in het bijzonder op iets gericht [..]
|
6 |
specifiekKenmerkend, werkzaam tegen een bepaalde ziekteoorzaak
|
7 |
specifiek
|
8 |
specifiek[m.] 1. vooral; 2. in het bijzonder
|
9 |
specifiekSoortelijk; Bijzonder, Eigenaardig, Karakteristiek, Kenmerkend, Particulier, Speciaal, Tekenend, Typerend, Typisch
|
10 |
specifiekkenmerkend, werkzaam tegen een bepaalde ziekteoorzaak; e infectie, infectie met een bepaalde ziektekiem die onveranderlijk steeds dezelfde ziekte veroorzaakt; zo is de tuberkelbacil de specifieke ziektekiem van tuberculose, Treponema pallidum die van syfilis en het herpes-zoster-virus die van gordelroos; e therapie, therapie met specificum.
|
<< plasticiteit | proclamatie >> |