1 |
schouteen rechtstreekse vertegenwoordiger van de heer der heerlijkheid, rechterlijk ambtenaar, die in civiele zaken rechtsprak, hoofd van een ambacht.
|
2 |
schoutbestuursambtenaar, hoofd van gerecht en politie
|
3 |
schouthet hoofd van het dorpsbestuur van een schoutambt vanaf de hoge middeleeuwen
|
4 |
schoutZie Ambtman.
|
5 |
schoutSchout, m. (-en), geregtelijk beambte; baljuw; (oudt. inz.) kommissaris van politie; schepen; (spr.) dat mag ik de deur van den - voorbij dragen, wat ik doe is zeer veroorloofd, - zeer wettig. *-BIJNA [..]
|
6 |
schouteen rechtstreekse vertegenwoordiger van de heer der heerlijkheid, rechterlijk ambtenaar, die in civiele zaken rechtsprak, hoofd van een ambacht.
|
7 |
schouteen rechtstreekse vertegenwoordiger van de heer der heerlijkheid, rechterlijk ambtenaar, die in civiele zaken rechtsprak, hoofd van een ambacht.
|
8 |
schoutDijkgraaf; Drost
|
9 |
schoutDe schout (ook schult, schulte, scholtis, gelatiniseerd tot scultetus) was een ambtenaar belast met bestuurlijke en gerechtelijke taken en het handhaven van de openbare orde. Zijn taken varieerden naa [..]
|
10 |
schoutDe schout (ook schult, schulte, scholtis, gelatiniseerd tot scultetus) was een ambtenaar belast met bestuurlijke en gerechtelijke taken en het handhaven van de openbare orde. Zijn taken varieerden naa [..]
|
11 |
schouteen rechtstreekse vertegenwoordiger van de heer der heerlijkheid, rechterlijk ambtenaar, die in civiele zaken rechtsprak, hoofd van een ambacht.
|
12 |
schoutvoorzitter van de schepenen
|
13 |
schoutHoofd van de gemeente, soort burgemeester, die toezicht hield op het waterschap, sloten en waterstanden.
|
<< schouwspel | scholing >> |