1 |
reeuwschuim op de lippen van een stervende, doodszweet
|
2 |
reeuwschuim op de lippen van een stervende, doodszweet
|
3 |
reeuwReeuw, o. gmv. schuim op de lippen eens zieltogenden; allerlei huisgereedschap (in Friesland). *-EN, bw. gel. (ik reeuwde, heb gereeuwd), een lijk van doodschuim en andere onreine stoffen zuiveren, af [..]
|
4 |
reeuwschuim op de lippen van een stervende, doodszweet
|
5 |
reeuwschuim op de lippen van een stervende, doodszweet
|
6 |
reeuwVlekken die de dood aangeven ....( De nabije dood)....
|
<< anteversie | auditief >> |