1 |
quitteelkaar niets meer schuldig zijn, gelijk
|
2 |
quittequittebn quitte [kit] quitte staan elkaar niets meer schuldig zijnquitte spelen geen winst en geen verlies maken
|
3 |
quitteelkaar niets meer schuldig zijn, gelijk
|
4 |
quitteelkaar niets meer schuldig zijn, gelijk
|
5 |
quittevereffend van alle schuld
Nu was hij weer quitte met zijn rivaal.
|
6 |
quitteQuitte: Duits voor Kweepeer; Der Quittenbaum: de kweepeer(boom).
|
7 |
quitteelkaar niets meer schuldig zijn, gelijk
|
<< quite | quod >> |