1 |
plausibelIets dat mogelijk, aannemelijk is. Een scenario en bewering waarvan men niet zeker weet of deze waar is, maar het tegelijkertijd niet onmogelijk acht. Of iets plausibel is, is vaak iets waar een rechter over moet oordelen wanneer twee partijen in een rechtszaak een andere versie van de feiten geven. Hoewel de verdachte zijn verhaal niet met bewijzen kon staven, achtte de rechter het wel plausibel.
|
2 |
plausibelIets wat mogelijk, aannemelijk of geloofwaardig wordt geacht. Plausibiliteit is een erg subjectieve eigenschap. Er wordt namelijk geoordeeld of een situatie of gebeurtenis waarover niet alle feiten gekend zijn, in werkelijkheid heeft plaatsgevonden zoals dat wordt voorgesteld of beweerd. De beoordelaar moet zich daarvoor beroepen op zijn/haar inzicht en interpretatie van de gegeven feiten. Mensen redeneren namelijk volgens een eigen interne logica, en toetsen de voorgestelde situatie of gebeurtenis aan hun persoonlijke ervaring, kennis, normen en waarden. Daarnaast kan de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van bron (de persoon die zijn/haar versie of interpretatie van de feiten voorlegt) een grote invloed hebben op de plausibiliteit. Tijdens een gerechtelijk onderzoek of proces is de vraag of een bepaalde versie van de feiten zoals voorgesteld door een verdachte, slachtoffer of getuige plausibel is vaak één van de kernvragen waarover de rechtbank of jury moet oordelen. De verdachte beweerde dat hij zijn vrouw per ongeluk had neergestoken, maar dat achtte de rechter niet plausibel. Uit de autopsie bleek namelijk dat het slachtoffer verschillende messteken toegediend had gekregen.
|
3 |
plausibelAannemelijk, Aanvaardbaar, Acceptabel, Begrijpelijk, Geldig, Geloofwaardig, Valabel, Waarschijnlijk
|
4 |
plausibelgeloofwaardig
|
5 |
plausibelGeloofwaardig.
|
6 |
plausibelgeloofwaardig
|
7 |
plausibelDuits gezegde
|
<< impact | affectief >> |