1 |
passantvoorbijganger, rondreizende, ook lus voor gordel, riem
|
2 |
passantvoorbijganger, doorreizende, ook; lus voor gordel, riem
|
3 |
passantvoorbijganger, rondreizende, ook lus voor gordel, riem
|
4 |
passantVoorbijganger; Doorreizende
|
5 |
passantvoorbijganger, rondreizende, ook lus voor gordel, riem
|
6 |
passantEen bezoeker van een hotel die daar niet blijft overnachten.
|
7 |
passantHij/zij die een huis bezoekt, daar eventueel iets eet en drinkt, rust en dan weer verder reist.
|
<< reclassering | WTB >> |