1 |
parasietLetterlijk: een levend wezen (plant of dier) dat maar kan overleven omdat het zich (letterlijk) vastklampt aan een ander organisme. Een parasiet is voor zijn voeding en overleving volledig afhankelijk van de gastheer. Figuurlijk: iemand die leeft op kosten van anderen, die zelf niets bijdraagt of van geen enkele toegevoegde waarde is, maar enkel profiteert van de goedheid of de gulheid van andere mensen. Hij werkt niet, doet niets in het huishouden en hangt de hele dag voor televisie: hij is een echte parasiet.
|
2 |
parasieteen organisme die zijn voeding haalt uit de weefsels van een ander organisme en hiervan profiteert ten koste van de gastheer.
|
3 |
parasietIeder organisme dat profiteert van een andere gastheer organisme of zelfs gastland op een dusdanige manier dat deze gastheer of -land in kwestie daar in meer of mindere mate last van heeft en zelfs mogelijk aan ten onder kan gaan.
|
4 |
parasietOnzichtbare en meestal geurloze goedje dat sommige mensen met meedragen en dat allerlei ziektes kan veroorzaken: Het leeft ook op sommige dieren. Het is gevaarlijk je kan er behoorlijk ziek van worden door inademing wordt het overgebracht en kan ook zeer gevaarlijk.
|
5 |
parasietparasiet is een dier dat op een mug lijkt en heel biezonder is
|
6 |
parasietEen organisme dat zich moet voeden door te leven van de cellen van een ander levend organisme.
|
7 |
parasiet plant die leeft van een andere plant Voorbeeld: als je d [..]
|
8 |
parasietEen organisme, zowel plantaardig of dierlijk, dat zich voedt ten koste van een ander organisme (parasiteren).
|
9 |
parasietEen parasiet is een levensvorm die zich ten koste van een ander organisme waarmee hij samenleeft (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt (+/−). Het vakgebied dat zich bezighoudt met parasieten [..]
|
10 |
parasietOrganisme dat op of in een plant, dier of mens leeft en daaruit voedsel trekt. Bijvoorbeeld luizen, mijten en wormen.
|
11 |
parasiet
|
<< drogreden | sclerose >> |