1 |
paralyseOnvermogen een lichaamsdeel te bewegen, door verlies van het vermogen één of een aantal spieren samen te trekken
|
2 |
paralyse
|
3 |
paralyse(Engels: Paralysis) verlamming
|
4 |
paralyseverlamming
|
5 |
paralyseVerlamming
|
6 |
paralyse = verlamming (zo spreekt men bijvoorbeeld van een hemiplegie of halfzijdige verlamming na een herseninfarct, een paraplegie of dwarslesie waarbij de onderste lichaamshelf vanaf de navel is verlamd).
|
7 |
paralyseVolledig krachtsverlies.
|
8 |
paralyseBewustwording tijdens de slaap waarin men het lichaam niet kan bewegen.
|
9 |
paralyseverlamming, volledig krachtsverlies, verlies van de mogelijkheid om een lichaamsdeel te bewegen.
|
10 |
paralyseverlamming
|
<< parabool | paradijsvogel >> |