1 |
onverwijldOgenblikkelijk, direct. Zonder langer te wachten, ga je gelijk tot actie over. Je krijgt bijvoorbeeld te horen dat je moeder met spoed is opgenomen in het ziekenhuis. Je gaat dan onverwijld naar het ziekenhuis. Je vertrekt dus direct zonder dat je eerst nog je kopje thee leeg drinkt of verder gaat met het leeghalen van de vaatwasser.
|
2 |
onverwijldOnverwijld betekent dadelijk of ogenblikkelijk, zonder uitstel. Wat je onverwijld doet, doe je nu.
|
3 |
onverwijldon·ver·wijld (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) zonder uitstel
|
4 |
onverwijld[o.] 1. onmiddellijk; 2. strikt
|
5 |
onverwijld(Rechtsgeleerdheid) Zo snel mogelijk, zonder uitstel. (verschilt enigszins van terstond, ogenblikkelijk.)
|
6 |
onverwijldDe directeur van de stichting reclassering te Amsterdam is onverwijld van dit bevelen kennis gesteld
|
7 |
onverwijld ( formeel ) zonder uitstel
Hij gaf ons onverwijlde hulp.
|
<< mdw | LS >> |