1 |
monoloogeen gesprek gevoerd door één persoon, meestal op toneel
Hij hield een lange monoloog waar helaas niemand wat van begreep.
|
2 |
monoloogGesprek met jezelf of tegen het publiek. Gesprek door één persoon zonder tegenspeler die replieken moet geven.
|
3 |
monoloogalleenspraak; stuk voor één persoon
|
4 |
monoloogalleenspraak
|
5 |
monoloogEen monoloog is alleenspraak; een betoog van één persoon die aan het woord is (en blijft), vaak zonder dat er toehoorders zijn.
Monoloog komt van het Grieks, waar μονος (monos) één en alleen betekent [..]
|
6 |
monoloogmonloog is tegen 1 of 2 mensen praten Soort spreekbeurt
|
7 |
monoloogIets samen vatten over een (beroemd) persoon of (beroemd) ding.
|
<< tafereel | Backorder >> |