1 |
huurHuur, v. (huren), bedrag -, penningen wegens huur; pachtgeld; de - bedraagt...; ik betaal vijfhonderd gulden - voor dit huis; het huren; eene - sluiten; de - opzeggen; een huis te - slaan, een plankje [..]
|
2 |
huurKosten verbonden aan het tijdelijk gebruik van woning, materiaal of hulpmiddel.
|
3 |
huur
|
4 |
huurDe beloning voor het ter beschikking stellen van gebouwen.
|
5 |
huurvorm van primair inkomen als vergoeding van kapitaal.
|
6 |
huurOvereenkomst, waarbij de ene partij, de verhuurder, aan de andere partij, de huurder, een goed in gebruik geeft tegen een door de huurder te verrichten tegenprestatie. Die hoeft niet te bestaan uit betaling van huurpenningen.
|
<< huisstofmijt | huiszwaluw >> |