1 |
deugnietAap, apenkop, Belhamel, Bengel, Blaag, Bliksemstraal, Boef, Boefje, Booswicht, Brak, Doerak, Dondersteen, Guit, Kapoen, Kataas, Kwajongen, Kwapoets, Loebas, Lorejas, Ondeugd, Pagadder, Rakker, Rekel, Schavuit, Schelm, Schelmpje, Schurk, Snotaap, Straatvlegel, Strop, Vlegel, Wittekop
|
2 |
deugnieteen ondeugend kind
De jonge deugniet was kort geleden voor het gerecht geweest wegens diefstal.
|
3 |
deugniet iemand die stout is Voorbeeld: de deugniet heeft een spi [..]
|
4 |
deugnietDeugniet, m. (-en), onzedelijk -, slecht mensch; zeer stoute knaap; wat doet gij daar, -!
|
<< deugen | dekking >> |