1 |
degenererenAchteruitgang, bijvoorbeeld cellen die ziek zijn en minderwaardig worden, of een teruggang in geestelijke ontwikkeling van de nakomelingen
|
2 |
degenererenachteruitgaan of afsterven
|
3 |
degenererenafzakking, achteruitgang. Bijvoorbeeld als na de innesteling denegeert het geel lichaam na 3 maanden
|
4 |
degenererenvervallen; afzakken
|
<< ad | Interne factoren >> |