1 |
consumerengebruiken of verbruiken van goederen en diensten om de behoeften te bevredigen
|
2 |
consumerenConsumeren is het aanschaffen van producten voor de behoeftebevrediging
|
3 |
consumerenHet kopen van goederen of diensten.
|
4 |
consumeren
|
5 |
consumerennuttigen van producten
|
6 |
consumerenHet kopen van goederen en diensten om je behoeften te bevredigen.
|
7 |
consumerenZowel consumeren in enge zin, als consumeren in ruime zin.
|
8 |
consumerenBassis behoefte te kopen zoals drinken en eten Eigenlijk iets kopen
|
9 |
consumerenOnder consumeren in economische zin vestaan we het
doen van consumptieve
bestedingen dus het doen van uitgaven in niet-duurzame
goederen, dus goederen die na
verloop van tijd verbruikt zijn.
|
10 |
consumerenAls een gezin goederen of diensten koopt.
|
11 |
consumerenkopen van een goed/dienst door een gezin
|
12 |
consumerenhet kopen van goederen en diensten
|
13 |
consumerenHet verbruiken van goederen.
|
14 |
consumerenHet kopen van goederen en/of diensten door gezinshuishoudingen om in de behoeften van de verbruiker te voorzien.
|
15 |
consumerenwanneer een gezin goederen of diensten koopt.
|
16 |
consumerenis het aankopen van goederen door de consument.
|
17 |
consumerenhet kopen van consumptiegoederen.
|
<< conform | liberaal >> |