1 |
bezoedelenIets bezoedelen wil zeggen dat je het verontreinigd of bevuilt. In de figuurlijke betekennis van het woord wil het zeggen dat je iemand onteert.
|
2 |
bezoedelenEen negatief woord. Iets bezoedelen is iets beschadigen, besmeren of bevuilen, iets aantasten iets bekladden of iets bevlekken. Een bezoedeld imago is een imago vol schandvlekken.
|
3 |
bezoedelen
|
4 |
bezoedelenbe·zoe·de·len (werkwoord; bezoedelde, heeft bezoedeld) te schande maken: iemands goede naam bezoedelen
|
5 |
bezoedelenBezoedelen, bw. gel. (ik bezoedelde, heb bezoedeld), bevlekken, besmetten; - met. ZICH -, ww. *...LING, v. (-en), bevlekking.
|
<< bezwaar | bezinning >> |