1 |
behoedenErgens voor waarschuwen, proberen te beschermen tegen iets. Optreden om te vermijden dat iets of iemand anders ergens negatieve gevolgen van ondervindt. Ze probeerde hem te behoeden van een domme beslissing, maar kon hem helaas niet tegenhouden.
|
2 |
behoedenregelmatig werkwoord - ervoor zorgen dat iets niet gebeurt
|
3 |
behoedenBehoeden, bw. gel. (ik behoedde, heb behoed), - voor; beschermen, bewaren. *...HOEDER, m. (-s), *...HOEDSTER, v. (-s), die behoedt, bewaart. *...HOEDING, v. gmv. *...HOEDMIDDEL, o. (-en), middel om
|
<< beheren | bestuurder >> |