1 |
beduchtOp zijn hoede, sceptisch, niet zo makkelijk vertrouwend. Wanneer je beducht bent voor iets of iemand, heb je er vooroordelen over; je bent je bewust van de mogelijke gevaren of problemen die ermee kunnen ontstaan, en gaat extra opletten. Hij was beducht voor zijn nieuwe leerkracht wiskunde, die de reputatie had erg streng te zijn.
|
2 |
beduchtBang; bevreesd
|
3 |
beducht ~ voor : bewust van dreigend onheil
De voor uitglijden beduchte oude man schuifelde voorzichtig over het ijs.
|
4 |
beduchtBeducht, bn. bevreesd, bekommerd; voor iets of iem. - zijn;
|
5 |
beduchtbang, bevreesd
|
<< bedrog | bevredigen >> |