1 |
beamen1) Laten blijken dat je het ergens mee eens bent, iets bevestigen, je steun of goedkeuring voor een bepaalde stelling uitspreken. Bevestigen dat iets waar is, zeggen dat iets klopt. 2) Iets met een beamer projecteren op een scherm. Ik heb aandachtig naar zijn conclusie geluisterd, en kan die alleen maar beamen.
|
2 |
beamengeven toe
|
3 |
beamenbeamen betekend toe geven dat jij het was als jullie het snappen doe dan een duimpje omhoog
|
4 |
beamen ( overgankelijk ) bevestigen dat men het eens is met iets, instemmen met
Hij beaamde de berichten daarover.
|
5 |
beamentoegeven, er mee eens zijn met.........zeggen dat je het met iets eens bent of dat het klopt Voorbeelden: `beamen dat hij gelijk heeft 1 instemmen met 2 de juistheid bevestigen van
|
6 |
beamenBeamen, bw. gel. (ik beaamde, heb beaamd), toegeven, toestemmen, het eens zijn met... *...AMING, v. gmv. toestemming; het beamen.
|
7 |
beamenregelmatig werkwoord - er ja op zeggen, zeggen dat het klopt [..]
|
8 |
beamenBeamen betekent het er mee eens zijn daasaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa
|
9 |
beamenBeamen is een Engelse jongensnaam en betekent " imker". De naam stamt af van beaman.
|
<< Grondwet | ish >> |