1 |
articulerenDuidelijk en nauwkeurig uitspreken van woorden en klanken, waardoor iedereen het goed verstaat.
|
2 |
articuleren1. het vormen van een gewricht 2. nauwkeurig en duidelijk spreken
|
3 |
articulerennauwkeurig en duidelijk uitspreken
|
4 |
articulerennauwkeurig en duidelijk uitspreken
|
5 |
articulerenDuidelijk en nauwkeurig uitspreken van woorden en klanken, waardoor iedereen het goed verstaat.
|
6 |
articulerenDuidelijk praten. Het kan overal zijn. Maar vaak word het gebruikt bij presentaties.
|
7 |
articulerennauwkeurig en duidelijk uitspreken
|
8 |
articulerende uitspraakklanken zorgvuldig vormen
Hij articuleerde zijn uitspraak perfect.
|
9 |
articulerennauwkeurig en duidelijk uitspreken
|
10 |
articulerenActiviteit die menig friess niet beheerst, namelijk het duidelijk uitspreken van de woorden.
|
<< Boreaal | aanname >> |