Anxiety is een vorm van angst die we harder ervaren wanneer we meestal een traumatiserende of heel moeilijke ervaring hebben meegemaakt. Sommige mensen kunnen er makkelijk mee leven en sommige weer moeilijker, je kan ook naar een psycholoog gaan om wat te praten over wat je voelt. Het is mogelijk om medicatie te krijgen als men ziet dat het echt nodig is. Het is niet omdat je soms grote angst ervaart dat je anxiety hebt, dat zijn 2 verschillende dingen. Anxiety komt ook vaak voor in het geval van depressie. In dit geval is het beter om naar een psycholoog te gaan om mentale steun te krijgen omdat het moeilijk is om er alleen uit te geraken.

Angst is het gevoel dat opkomt wanneer het doodsbesef geactualiseerd wordt. Het doodsbesef zelf is intrinsiek aanwezig in het leven, want het is de keerzijde van de levensdrift. Dat het angstgevoel niet direct gekoppeld wordt aan het doodbesef, komt omdat de actualisering ervan meestal via een trigger plaatsvindt, zoals vliegen, hoogte, een grote ruimte, etc.

bezorgdheid

Anxiety is een Engels woord, dat vertaald kan worden als "angst", "stress", "nervositeit" of "opwinding".

In tegenstelling tot het Nederlandse equivalent "angst", kan "anxiety" ook een positieve betekenis hebben: de hoopvolle, verwachtingsvolle nervositeit die men voelt in aanleiding naar een gebeurtenis waar men lang naar heeft uitgekeken.

Meestal heeft "anxiety" echter een negatieve betekenis. Het gaat om een negatieve emotie, die voortkomt uit het een menselijk overlevingsmechanisme. Angstgevoelens helpen ons om het hoofd te bieden aan situaties of gebeurtenissen die (levens-)bedreigend zijn.

Enerzijds kunnen angstgevoelens ervoor zorgen dat we instinctief aanvoelen wanneer een iets niet veilig is, zodat we de bedreiging kunnen vermijden; we voelen namelijk al angst zodra we aan de bedreiging denken.

Anderzijds zet angst ook een heel proces in de hersenen in gang: de vecht-of-vluchtreactie. Je lichaam en hersenen worden daarbij klaargemaakt om zo snel mogelijk weg te vluchten van een bedreiging, of ertegen te vechten. Angstige mensen hebben daarom ook meer kracht, meer uithouding en een betere concentratie dan wanneer men zich in een rustige toestand bevindt.

Wanneer iemand zich voortdurend angstig voelt, zelfs wanneer hij in een niet-bedreigende omgeving is, en daar hinder van ondervindt (bv. bepaalde plekken of mensen gaan vermijden), dan kan men van een angststoornis spreken.