1 |
agerenage·ren (werkwoord; ageerde, heeft geageerd) handelend optreden, in actie komen: tegen iets ageren
|
2 |
ageren(psych.) het op ondoelmatige, soms zelfs destructieve manier afreageren van spanningen, waarbij een ander (vaak de hulpverlener) degene is op wie wordt afgereageerd.
|
3 |
agerenAgeren is handelen of optreden, actie ondernemen. Iemand die ageert, blijft niet bij de pakken zitten.
|
4 |
ageren ( inergatief ) moeite doen om een meest politiek doel te bereiken
Zij ageerden al jaren voor de sluiting van alle kerncentrales.
|
5 |
agerenHet uitleven van onbewuste wensen en fantasieën, met name in de overdrachtsrelatie, waarbij de persoon in kwestie beheerst wordt door een gevoel dat de ervaring “echt” is en overgaa [..]
|
6 |
agerenActie ondernemen.
|
7 |
ageren(psych.) het op ondoelmatige, soms zelfs destructieve manier afreageren van spanningen, waarbij een ander (vaak de hulpverlener) degene is op wie wordt afgereageerd.
|
8 |
agerendoen, verhandelen, in rechten handelen, dingtaal voeren
|
9 |
agerende handeling van de ander voor zijn, vooruit lopen op gedrag van de ander
|
10 |
agerendoen, verhandelen, in rechten handelen, dingtaal voeren
|
11 |
agerenageren: doen, handelenopen_thes('Nl')
|
12 |
agerendoen, verhandelen, in rechten handelen, dingtaal voeren
|
13 |
agerendoen, verhandelen, in rechten handelen, dingtaal voeren
|
<< assessor | straight >> |