1 |
UrgentAcuut, Dringend, Hoognodig, Spoedeisend
|
2 |
UrgentWat spoed vereist, wat snel moet gebeuren, waar haast mee is gemoeid. Iets dat niet meer kan wachten, wat onmiddelijk behandeld of bekeken moet worden. Synoniemen van urgent zijn: dringend, nodig, spoedeisend, dwingend.
|
3 |
Urgentdringend, spoedeisend
|
4 |
Urgent dringend
|
5 |
Urgent[m.] 1. dringend; 2. heeft haast
|
6 |
Urgenturgentbn urgent [ʏrˈxɛnt] dringend een urgente boodschap voor iemand hebben
|
7 |
Urgent =dringend.
|
8 |
UrgentLet op: Spelling van 1858 dringend, noodzakelijk, dat geen uitstel lijdt. Urgentie, drang der omstandigheden, nooddrang
|
<< ureum | urosepsis >> |