1 |
Banaalbijvoeglijk naamwoord - akelig gewoon of alledaags Voorbe [..]
|
2 |
Banaalplat; ordinair
|
3 |
Banaalgewoontjes, saai en voorspelbaar, weinig verheven of de zintuigen prikkelend, platvloers
Ik hou van schone en van banale dingen.
|
4 |
Banaalba·naal (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) te alledaags, plat
|
<< ban | bananenrepubliek >> |