Echt, Onverdund, Ondermengd, Onversneden, Onvervalst, Puur; Clean, Fris, Keurig, Net, Netjes, Onbesmet, Onbevlekt, Onbezoedeld, Propertjes, Schoon, Smetteloos, Vlekkeloos, Zindelijk; Kuis, Maagdelijk, Ongekreukt, Onschuldig, Onverdorven, Rein; Betrouwbaar, Bonafide, Correct, Degelijk, Eerlijk, Fair, Gedegen, Koosjer, Kosjer, Kousjer, Oprecht, Recht [..]

Zuiver is in de statistiek een eigenschap die van toepassing kan zijn op schatters en op toetsen.

Bv: Het water is zuiver. Het water is proper, helder, net, schoon, fris, puur,...

Algemene term voor de geur- en smaaksensaties van een wijn waarin geen onzuiverheden (fouten of onaangename elementen) aanwezig zijn. Zuiver is altijd een positieve karakterisering van een wijn. Vooral bij droge witte wijnen en rosés wordt de kwaliteit voor een belangrijk deel bepaald door de mate van zuiverheid.

zuiver is het toestaan van dat je vies wordt. Verder kan zuiver betekenen dat je niet viest bent maar schoon dus.

Zuiver kan verwijzen naar: Begrippen die zuiver heten: Zuiver (statistiek) Begrippen met zuiver(e) als bijvoeglijk naamwoord: Zuivere wiskunde Zuivere wetenschap Zuivere stof Overig: Zuivering Waterzu [..]

bijwoord, bijvoeglijk naamwoord - geen namaak
Voorbeeld: [..]

schoon. Positieve indruk van een wijn. Belangrijk bij strakke witte wijnen en rosé