1 |
zelfregulatiebiologische eenheden houden zichzelf in stand
|
2 |
zelfregulatieBiologische eenheden houden zichzelf in stand doormiddel van: ademhaling, voeding, beweging, hormonen, zenuwen, zintuigen en transport van stoffen.
|
3 |
zelfregulatieBiologische eenheden zoals cellen, organismen en ecosystemen zijn in staat zich zelf in stand te houden door zelfregulatie. Zelfregulatie vindt bijvoorbeeld plaats door herstel van schade en door zich te verdedigen tegen indringers en schadelijke stoffen. Om in leven te blijven moeten organismen ademhalen, zich voeden en zich aanpassen aan hun omgeving. Dieren moeten zich verplaatsen om te overleven. Zelfregulatie komt ook tot stand door hormonen, door zenuwen, door zintuigen en via transport van stoffen. Het functioneren van elk organisme in een ecosysteem kost energie. Autotrofe organismen (bijvoorbeeld planten) maken hun eigen voedsel en leggen daarbij zonlicht vast in chemische energie door middel van fotosynthese. Heterotrofe organismen (bijvoorbeeld dieren) verbruiken de chemische energie die door autotrofe organismen is vastgelegd. Hierdoor ontstaat een energiestroom en een kringloop van stoffen die ook op het niveau van biosfeer waarneembaar is. Zelfregulatie van biologische eenheden kan alleen doeltreffen verlopen wanneer deze eenheden goed zijn georganiseerd. Biologische eenheden als cellen, organen en organismen zitten ingewikkeld (complex) in elkaar. Zelfregulatie van complexe biologische eenheden kan alleen doeltreffend verlopen wanneer deze eenheden goed zijn georganiseerd
|
4 |
zelfregulatieBiologische eenheden zoals cellen, organismen en ecosystemen zijn in staat zich zelf in stand te houden door zelfregulatie.
|
5 |
zelfregulatieBiologische eenheden zijn in staat zichzelf te organiseren tot 'biologische eenheden van een hogere orde' waardoor er nieuwe structuren ontstaan met nieuwe emergente eigenschappen.
|
6 |
zelfregulatiehet zelf nemen van maatregelen om de bloedglucose binnen de juiste waarden te houden.
|
<< gedisciplineerd | Agency >> |