1 |
woorddeelEen deel van het woord bijvoorbeeld- (vissenkom) daar is het woorddeel vissen & kom
|
2 |
woorddeelTwee woorden die bij elkaar gevoegd zijn. Bijvoorbeeld hondenhok. Dan is het woorddeel honden & hok.
|
3 |
woorddeelDus eeb woorddeel is een samenstelling.vb Hand. doek handdoek.
|
4 |
woorddeelEen bepaald woord dat zeer gul is en daarom zal zijn bezittingen deelt met anderen.
|
5 |
woorddeeleen van de grondwoorden* in een samenstelling*, of een grondwoord of een voor*- of achtervoegsel* in een afleiding*. Voorbeelden: in onderdompelingen de delen onder+dompel+ing+en.
|
<< gelijkvormigheid | Wapenstilstand >> |